Wakker worden na de technodroom
Hoe de Amerikaanse droom een poldernachtmerrie werd
Het begint met de ochtendkoffie in de digitale realiteit. Ik plaats terloops bericht op een niet nader te noemen web-community over een Nederlandse cloudleverancier die in Amerikaanse handen valt. Dit legt de vinger op de zere plek. Dit is geen incident; het is een symptoom. Nederland is hard op weg een digitale extensie van de Verenigde Staten te worden. Dit werpt de fundamentele vraag op: wat is de Nederlandse cultuur nog, voorbij de stereotypen van “stamppot en ons knagende, schraperige taaltje”?
De Thesis: Het Cultureel Imperialisme
Mijn stelling is dat Amerika sinds de Tweede Wereldoorlog een te diepe vinger in de pap van de Nederlandse geschiedenis heeft gekregen. Dit gaat verder dan oppervlakkige invloed; het is een vorm van imperialisme: het uitbreiden van staatsmacht en invloed over andere gebieden, niet alleen door militaire (harde) macht, maar ook door economische en culturele dominantie. Deze invloed is binnengedrongen in onze huishoudens, ons onderwijs (zoals het Amerikaanse Dalton-systeem) en ons bewustzijn.
De Historische Schuld: Van Marshallplan tot ‘Soft Power’
De kern van onze verhouding met de VS is complex. Na de bevrijding in de Tweede Wereldoorlog kwam het Marshallplan. Deze economische hulp was essentieel voor de wederopbouw van Nederland en Europa, maar het verstevigde ook de economische en culturele afhankelijkheid van de Verenigde Staten.
Mijn aanvankelijke gedachte was een “Stockholm syndroom”: een afhankelijkheid van de bevrijder die ons nu cultureel onderdrukt. Hoewel de term klinisch gezien verwijst naar een psychologisch overlevingsmechanisme bij gijzelingen, is het mechanisme dat ik bedoel beter te vangen onder de noemer ‘Soft Power’. Dit is het vermogen om te krijgen wat je wilt door aantrekkingskracht in plaats van dwang of betaling. We werden niet gedwongen; we wilden de Amerikaanse films, muziek en waarden omarmen.
De Cultuurclash: Amerikaanse Schaal vs. Het Poldermodel
Het probleem is dat deze twee culturen fundamenteel botsen. Je kunt Amerikaans imperialisme niet zomaar op de Nederlandse “minipolder cultuur” plakken. De Amerikaanse “Sky is the limit”-mentaliteit clasht met de Nederlandse “nuchterheid”.
Deze nuchterheid is geen mythe; het is diep geworteld in onze cultuur van het Poldermodel. Dit model is gebaseerd op overleg, consensus en het overbruggen van tegenstellingen. Het “doe maar gewoon” staat lijnrecht tegenover de Amerikaanse “glitter en glamour”. Waar wij geneigd zijn tot consensus, viert de Amerikaanse cultuur het individuele, disruptieve succes.
‘Woke’ als mislukte import
Nergens wordt deze clash duidelijker dan in ons “Amerikaatje spelen” in het publieke debat. Een perfect voorbeeld is de term ‘woke’. Deze term, afkomstig uit de Afro-Amerikaanse burgerrechtenbeweging, had een specifieke betekenis: alert zijn op sociaal onrecht.
Maar in Nederland, met name rond 2022, veranderde de betekenis van ‘woke’ drastisch. Zoals de NOS analyseerde, werd het hier een “containerbegrip” en een negatief geladen term voor alles wat men als “doorgeschoten” of “betweterig” politiek correct beschouwde. Dit bevestigt precies hoe een directe culturele import, zonder de juiste context, hier een heel ander, sarcastischer leven gaat leiden.
De Infrastructuur als Cultuurdrager
De meest indringende vorm van deze ‘soft power’ is echter nagenoeg onzichtbaar: het is de infrastructuur zelf. De discussie gaat niet alleen over de content op platforms als X (Twitter) of Meta. Het gaat over de fundamenten van onze digitale wereld: de Cloud en Artificiële Intelligentie.
Wanneer een Nederlandse cloudleverancier wordt overgenomen, betekent dit dat onze data – onze digitale polder – wordt beheerd volgens Amerikaanse wet- en regelgeving. Maar de impact is nog dieper. De grote taalmodellen (AI) die we nu massaal omarmen, worden primair ontwikkeld en getraind door Amerikaanse tech-giganten.
Dit is geen cultureel neutrale technologie. Deze modellen worden gevoed met data en ethische kaders die het Amerikaanse waardestelsel weerspiegelen. Dit leidt tot een cruciale frictie: wat gebeurt er als wij een ‘poldervraag’ stellen aan een AI die getraind is op ‘Amerikaanse polarisatie’? We importeren niet alleen hun discussies, maar ook de algoritmes die bepalen hoe we die discussies voeren. Het Amerikaanse waardestelsel wordt zo via de technologie ingestraald, of we dat nu willen of niet.
Conclusie: De Liminale Fase
Na 30 jaar internet is Amerika ons huis binnengekomen, en we kunnen er niet meer omheen. We bevinden ons nu in wat antropologen, zoals Jitske Kramer, een ‘liminale fase’ noemen.
Dit is de “tussenfase”: het oude (onze vertrouwde poldercultuur) werkt niet meer, maar het nieuwe (een stabiele digitale, Nederlandse identiteit) is er nog niet. We hangen in een ongemakkelijk ‘tussengebied’. De vraag is niet óf we communistisch of kapitalistisch moeten zijn; de vraag is hoe we onze nuchtere poldermentaliteit herdefiniëren in een wereld die gedomineerd wordt door Amerikaanse digitale waarden.
Bronnen:
Vind je dit de moeite waard? Overweeg dan om mij financieel te steunen.
Uw giften worden goed besteed aan het opbouwen van mijn bedrijf - verantwoording is daarbij mogelijk.



