Een blog aan de Blogger des Vaderlands
Waarom de mensheid niet te partitioneren valt, laat staan de geest.
Beste
,Je bezit een fijn afgestelde vocabulaire en dito ramplank. Juist omdat je oud-redacteur van GeenStijl bent, waardeer ik je vermogen om de vinger op de zere plek te leggen en de ‘onderbuik’ een stem te geven, zonder er zelf in te verdrinken. Je bent een genadig schrijver en in de realiteit een aardige persoonlijkheid. Maar in je recente column over de houdbaarheid van de verzorgingsstaat zie ik een neiging tot ‘partitioneren’ waar mijn wereldbeeld fundamenteel mee botst.
Wat volgt is een uiteenzetting van mijn intellectuele weerlegging, met waarschijnlijk veel te veel woorden voor een stukje in de Teleblaag dat precies tot doel had bovendien een reactie te vormen. Mijn grootste wapenfeit in die krant was overigens ooit een keertje stoppen met roken, maar gelukkig had ik daar geen terugkerende rubriek voor nodig.
Waar Bart vreest dat de verzorgingsstaat bezwijkt onder de druk van “netto-ontvangers” en massamigratie, zie ik vooral een manier van beïnvloeden die inspeelt op menselijke angsten. Of wellicht is het een soort groepsdynamiek die ik, als ‘halve auti’, nooit zo ervaren heb in deze wereld. Bart heeft met zijn toetsenbord precies het juiste publiek weten te mobiliseren, al tijden lang. Daar kan ik alleen maar bewondering voor hebben, ook al ben ik het er inhoudelijk niet mee eens.
De illusie van de rekensom
Nijman benadert de mensheid als een boekhouder. Hij spreekt over migranten in termen van kosten en baten: wie levert belasting op, en wie kost geld aan AOW en zorg? Hij waarschuwt voor een “aanwas van onevenredig veel netto-ontvangers”.
In mijn filosofie heeft het leven waarde an sich en die waarde ontleent het aan God. En daarin is ‘God’ een breed begrip – een spreekwoordelijke god, zo je wil. Het concept van een allesoverstijgende machthebber wordt door vele volkeren over de hele wereld al duizenden jaren met ‘het concept van God’ geduid. Ik doel hier op het fundamentele proces van massa, energie en informatie; alles dat is.
Een mens is geen post op de balans van de staat, maar een manifestatie van complexiteit, ontsproten aan deze god of dit godsbeeld. Door mensen te reduceren tot economische eenheden, creëer je een kunstmatige scheiding. Je plaatst hekken in je hoofd en verdeelt de wereld in ‘rendabele’ en ‘onrendabele’ mensen. Dat is een doodlopende weg van angstbeelden en oordelen. Bovendien is het puur theoretisch en niet realistisch in het nu. Het is de zucht om alles te verdelen; en dat schept een illusie van een brug die je nooit over kunt. Afgescheiden door het hek van de partitie. De lijn in het zand. Totdat je er niet meer over kunt vertellen wat er aan de andere kant te vinden is.
Migratie is geen kraan, maar een stroom
Bart stelt de vraag of de stroom migranten zou opdrogen terwijl Afrika groeit. Hij ziet dit als een bedreiging voor onze welvaart. Ik zie het anders. De mensheid vermengt zich al sinds zij bestaat. Het is geen politieke keuze, maar een evolutionair gegeven. Uit die vermenging — die frictie en interactie — ontstaat juist onze ‘Geest’ en ons collectieve gedachtegoed.
De angst voor “mondiale invloeden” of “vermenging” is in wezen angst voor het proces van het leven zelf. Bart probeert zijn lezers de illusie van grip op de toekomst te geven door de wereld kleiner te maken: grenzen dicht, rekenmodellen erop loslaten en hopen dat we onder de tien miljoen inwoners blijven. Maar de Geest laat zich niet partitioneren. Het gedachtegoed behoort toe aan de hele menselijke soort, niet aan een select groepje ‘mensen met een paspoort’ binnen de landsgrenzen
Het goede leven is niet exclusief
Bart koppelt het woningtekort en het uitstellen van gezinsvorming direct aan migratie. Hiermee roept hij intentioneel woede op; dit is klassieke agitprop. Binnen een gesloten systeem lijkt het een logische causale relatie. Maar mijn definitie van ‘het goede leven’ is niet gebaseerd op exclusiviteit of meesterschap over bronnen. Het is gebaseerd op een bestaan dat draaglijk is en probeert zinloos lijden voor te zijn of af te wenden.
Door de wereld in te delen in ‘wij’ (de betalers) en ‘zij’ (de ontvangers / migranten), creëer je een vijandbeeld dat niet strookt met de realiteit van het universum waar wij allen deel van zijn. We zijn allemaal receptoren van dezelfde kracht. Het partitioneren van mensen in ‘soorten’ of ‘vijanden’ is verleidelijk, maar niet de weg die ik zou willen gaan.
Conclusie
Ik deel Nijmans zorgen over de praktische uitvoerbaarheid van beleid absoluut; tussen intenties en praktijk zitten wereldvolkeren aan verschillen. Maar waar hij de ondergang van een systeem ziet, zie ik de evolutie van een soort. De verzorgingsstaat in zijn huidige vorm zal niet altijd blijven bestaan, maar de menselijke soort als geheel — met geest, denken, manieren en culturele bagage in een biologisch jasje — is er te allen tijde wel. Of zo niet, doet het er niet meer toe. Dat is dus onveranderlijk in essentie.
Bart, je analyses zijn scherp, maar ik heb niet zo’n hekel aan de mensheid dat ik ze tegen elkaar zou willen opzetten. Al was het maar uit genade voor mijzelf, om niet in een dergelijke toxische dynamiek te belanden. De wereld is groter dan de balans van de BV Nederland. Bovendien lijkt er in elke Nederlandse krant — maar bij de Telegraaf specifiek nog wat ernstiger — een aanname te heersen dat enkel de Nederlandse taal op het menu van de lezer staat. In de praktijk zijn vele bewoners van dit blauwe bolletje in het oneindige niets meertalig en ook in meerdere talen geïnteresseerd. Dat schept een completer mensbeeld en dito verwachtingen.
Dit stukje polemiek zal de dagbladen allicht niet halen, maar het moest toch eens van mijn hart: Waar wij verschillen. Voor zover al niet overduidelijk evident. En tevens waar we gelijksoortig zijn: de schrijvende soort. Nou ja, ook dat was een open deur.
Fijne dag!-)



