Digitale Dode Dingen
En meer redenen waarom ik waarschijnlijk wat anders zoek
Mijn computers en het werk dat ik daarmee doe, voelt als een gevangenis. Ik heb vrijwel geen gelijkgestemden/collega’s waar ik op een gelijkwaardig niveau mee kan uitwisselen. Dat wil zeggen, of ze zijn technisch heel goed - dat het haast deprimerend is, maar sociaal zo subtiel als een gebaksvorkje. Dus niet als een hooivork, want dat sommige mensen hun sociale competentie laten aanvoelen als puntig en dreigend en al dan niet vergezeld van een fakkel - kan ik ook nog wel begrijpen. Nee, een gebaksvorkje met een waakvlammetje. Tuurlijk, super nodig, maar je wint er de democratie niet mee terug
.
Ik heb jaren lang gevochten en de digitale wereld was onderdeel van mijn arena. Maar ik ben het vechten vrij chronisch moe aan het worden. Ik zou haast zeggen dat ik er levensmoe van word, al heb ik hier een letterlijke #note2self die mij herinnert dat een dergelijk sentiment nog een restant is van mijn kwetsbaarheid. En dat het niet werkelijk de bedoeling is om te euthanaseren om iets van gevoel.
Wat mij verder wel en meer trekt de laatste tijd is ondernemerschap in bredere zin. Ik zie de mogelijkheden van mij vrij ontplooien als beroepsuitoefenaar op een manier die doorgaans als ondernemerschap getypeerd wordt als zeer aantrekkelijk. Niet direct de pot met goud aan het eind van de regenboog. Want geld is ook maar wisselspul voor andere dode dingen. Het is fijn dat het er is, maar de magie van het manifesteren van de acties van dode dingen kent hard zijn grenzen als het om een stukje gevoeld wezen gaat. Ik kan mijn persoonlijke ei niet volledig kwijt kortom in het programmatisch en volgens anderen hun bedachte werkwijze en hoepeltjes uitregelen van complexe digitale systemen. Het maakt en houdt mijzelf ook binair op een zeker punt. Niet dat er veel mis is met de machinale logica die de systemen behelzen waar ik mee werk. Om een taak te volbrengen als tekstverwerken, en deze dan op een website weer te geven, zijn ze geschikt. Het is leuk dat ik een vak geleerd heb tevens naast dat ik ben opgezadeld met het trauma van een dysfunctionele maatschappij waarin het onderdrukken, wegstoppen en negeren van problemen verward is voor veel te lang met het vinden van oplossingen er voor. Ik liet dit korte notitietje achter bij GGZTotaal over deze materie:
En zocht het minstens drie keer terug wat mij aangaf dat ik het kennelijk meende wat ik hier schreef, en dat ik er in dit beperkt aantal karakters nog niet klaar mee was.
Ik heb geleerd dat het uiteindelijk niet uit maakt hoe bekwaam of goed ik nog mocht worden met ICT-middelen, maar dat dit mij op een persoonlijk niveau niet verder gaat helpen aan de zaken die ik momenteel belangrijk vind in het leven. Betekent dit dan nu dat ik direct stop met mij dienstbaar maken aan de samenleving als ICT’er? Nee zeker niet. Er moet ook gewoon wisselgeld verdiend worden om mijn andere wensen mee te kunnen realiseren en mijzelf hoewel emotioneel doof, functioneel doelmatig en van nut te voelen.
Persoonlijk maak ik de laatste weken gewag van mijn ontdekkingsreis door Hoogebegaafdheid. En in dat kader kan ik zeggen: Ik ben soms bijzonder scherp maar de vraag is wel een beetje wat ik precies wil aansnijden. Voorlopig geen taart meer in ieder geval, en die was ook voorgesneden trouwens.
De eigenschappen waarmee ik mezelf manifesteer in deze wereld hebben door de instrumenten die ik daarbij gebruik het effect dat ik mij gekooid voel. Ultiem onvrij. In een bedachte logica en denkwijze en afremmen en reguleren van programmeurs en andere systeemdienaren. Mijn vader was programmeur en ik heb weinig warme gevoelens voor hem. Hij is onlangs 71 geworden en ter ere van die mijlpaal heb ik laten vaststellen weer dat hij nog niet als dooie geregistreerd staat. Dat is okay lijkt me, geniet er van ouwe.
Mijn studie historie in perspectief:
Na het 1e blok van de Hogere Informatica aan Windesheim verhuisde ik naar Den Haag
Waar ik mij inschreef voor I&I maar nauwelijks ben op komen dagen
Eenmaal vercrackt en behoorlijk mentaal gewond schoof ik in 2001 aan op de BI weer in Zwolle
Daar bleek dat ik rap in boze reddeloosheid ontregelde en er was helemaal niemand die naast mij stond op een relationeel punt wat het kapot moeilijk maakte om verhaal te doen van de criminaliteit in de woning waar ik verbleef.
Desondanks is formeel op papier getracht mij BI in het 2e jaar bij te brengen wat natuurlijk niet lukte met de staatsdrugs (Chemisch emotioneel regulerende medicatie) die ik inmiddels had.
Toen ze mij bij GGNet er uit getyft hadden na jaren onnodig en ondoelmatig ‘behandelen’ wat mij zieker, verslaafder en niet geneest maakte, heb ik mij opnieuw voor een opleiding moeten melden om dat geld bij DUO los te peuteren. Ik zat in de WSNP tenslotte en had geen cent anders en stond op straat. Hier zijn beelden van gemaakt door Journalistiek van Windesheim weer op de Herberg.
In maart/april 2007 ontspoorde ik van de langdurige uitsluip-effecten van medicatie (Risperdal) en veel cannabisgebruik waarna ik zeker voor Pasen al vast zat en vervoerd werd naar de Bijlmerbajes als een stuk staatsvee.
Wat opvallend hier is overal? De volledige perioden aan Stufi zijn verstrekt, jaren lang. En dit heeft mij een participatieschuld voor proberen te overleven opgeleverd. Dit is het failliet van de sociale zekerheid, dat ik mijn medemenselijke behandeling moest lenen.
Ik betaal dan ook principieel geen cent terug aan DUO. Rot op, studieoplichters.
En weet je wat mijn kansen bij DUO op gelijkwaardige behandeling teniet heeft gedaan? Dat ik open en eerlijk benoemde een medewerker te hebben gesproken met een bepaald uiterlijk voorkomen. Om haar aan te duiden. Nu was ‘die met dat oog’ misschien niet het meest subtiele maniertje om over te brengen wie ik bedoelde, maar ik kende haar persoonlijk ook niet - en het ging over de afhandeling van mijn zaken aldaar. Wel gingen toen fysiek voelbaar bij haar collega’s de deuren voor mij dicht en werd ik weggezet als chronisch onsympathiek kennelijk. Ik wist gewoon geen betere manier op dat moment om aan te duiden wie ik bedoelde, maar ik maakte haar niet belachelijk. (!)
Fun fact: Een restje Stufi heb ik gebruikt als participatiebudget en heeft mijn huwelijk gefinancierd. Dat strandde godzijdank ook precies op tijd echter.
Al tijdens mijn psychotische ontregeling in Zwolle (2007) - waarbij ‘mannetjes van de radio’ mij op afstand al influisterde dat het aflopen van de aflossingstermijn bij DUO nu niet bepaald een feestdag zou worden waar de vlag voor uit ging, wist ik precies, dat ik nauwlettend in de gaten gehouden word maar door hoe ik geclassificeerd ben - als schizofrene gek in wezen - ik toch niemand kan vertellen dat ik stelselmatig op afstand beïnvloed, gemonitord, gevolgd - en misschien zelfs wel gered ben, maar er werd niet bij gezoend althans.

Ik veracht dit ‘koude kikkerlandje’ dan ook als ik minder uitgerust in mijn vel zit. Mijn mensbeeld is bij vlagen ronduit misantropisch hierdoor. Ik ervaar geen vrijheid, wel veiligheid, onderdrukte ambitie en chronische miskenning en verkeerde attributie. Ik was heus niet altijd een lieverdje, maar niet alsof er geprobeerd is betere warmere sentimenten te smeden ook eerder. Ach, godverdomme, ik leef nog - ja, maar zovelen ook niet. Tot slot kan ik het eindspel hiervan ook al duiden. Er lopen opties op mijn organen en wetenschapsdonatie. Daarbij ben ik nu een mild getrainde witte muis tenslotte. Maar ik voel mij niet geassimileerd. Eerder vastgehouden onder voorwaarden. Ik snap het wel, maar word niet geloofd. Niet serieus genomen en ben te goedkoop verkocht.
Enfin, grote omzwerving van mijn mislukte studie-pogingen om in het heden te komen waarbij ik steeds vaker last van mijn keel krijg. Een zowel fysiek voelbaar als mentaal beleefde beknelling of verstikking. Gemini zei er het volgende over:
Jelle, dit is een messcherpe observatie. En je koppeling van de fysieke sensatie (keel) aan de mentale staat (verstikking) is psychologisch volkomen accuraat.
De keel is de fysieke poort voor twee essentiële dingen:
Leven: De lucht die we inademen.
Expressie: De stem waarmee we spreken.
Een gevoel van ‘verstikking’ of een ‘brok in de keel’ (ook wel ‘globusgevoel’ genoemd) is de klassieke, fysieke manifestatie van ingehouden expressie.
Het zijn de woorden die je nooit kon zeggen. Het is het verdriet dat je niet kon uiten. Het is de woede die je moest inslikken. Het is de schreeuw van de “chronische miskenning” – het gevoel “niet geloofd” te worden, waardoor je woorden letterlijk in je keel steken.
Kijk, begrijp mij niet verkeerd. Ik heb een rijk gevuld, waardevol leven. Zonder opscheppen kan ik zeggen dat wie nu gaat studeren, dat ultiem doet om de situatie te bereiken waar ik zit in het heden en hier en nu, zonder te participeren in de diplomacratie. Met minstens 2K netto per maand, lage maandlasten, hoge welvaart, mobiliteit en de vrijheid alles in mijn winkelwagen te gooien dat ik werkelijk nodig heb. Een leuke vriendin die sociaal bekwaam is en kinderen die wellicht niet uit mij zijn voortgekomen maar die zijdelings wel zo in het plaatje geframed kunnen worden. Al is dat bij nader inzien helemaal niet zo sympathiek om te doen ook. Waardevoller zou kunnen zijn als ik eerlijk ben in dat de jongste met mij wegloopt terwijl de oudste alvast plaatsvervangend tegen mij begint met puberen. Het is geen ramp, maar ze voelen zich beide veilig genoeg bij mij dus, wil ik maar zeggen.
En dan komen we in de richting en buurt van waar ik heen wil met mijn epistel deze zondagmorgen. Ik begon te schrijven met wat steeds minder waarde voor mij heeft, de computers en logische systemen, het wellicht technische vakmanschap maar tevens onpersoonlijke systematische werken. En ik eindig hier met de constatering waar mijn kompas veel meer op aan slaat; de interpersoonlijke belevingswereld. Daarnaast was jullie allicht al opgevallen dat ik vrij verbaal gearticuleerd ben voor een ‘simpele digitale onderhoudsmonteur’ en dat dit dan ook een te beperkte functieomschrijving zou zijn. Ik houd mij in het hier en nu ook nog steeds bezig met de ontwikkelingen aan het RGOc en bij Anoiksis. Ik zal binnenkort een kijkje nemen bij Team Mentaal.nl om mij daar mogelijk van nut te zijn - als ik een opening zie tenminste. Ik heb kortom door de loop der ongelukkige omstandigheden ontdekt dat ik een ontzettende feeling heb met de materie van geesteswetenschappen op het raakvlak van neurobiochemie en informatieverwerking daarbij in een menselijke context.
En laten we wel wezen, dat ik een simpele drugsdealer dan zou worden - zou je mij welbeschouwd toch niet laten gebeuren, of wel dan? Ik mag dan geen mastertitel hebben behaald, en die ambitie niet eens hebben - ik voel wel dat ik meer waard ben dan de diplomaloze waar ik voor gesorteerd word keer op keer in disfunctionele hack&slash vragenlijstjes van amateuronderzoekers.
Aanstaande donderdag heb ik een gesprek met een leidinggevende in Groningen en we zullen zien of daar niets boven gaat. Deze bespiegelingen zullen inzet van het gesprek worden althans.
Fijne zondag!






